‘We zijn gewend mensen te helpen’

Nee, ze houden er totaal niet van om in de schijnwerpers te staan. De zussen Els Hofmans-Langenkamp (79) en Petra Hofmans-Langenkamp (78) uit Blitterswijck doen hun vrijwilligerswerk vanuit hun hart. Omdat ze graag andere mensen helpen. “Dat is natuurlijk ook beter dan als je jezelf moet láten helpen”, zegt Els. “We zijn niet anders gewend als oudste dochters uit een gezin met vijftien kinderen”, vult Petra aan. “We zorgen ons hele leven al voor anderen en hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel.” De in Geijsteren geboren maar in Blitterswijck opgegroeide zussen, ze trouwden met twee broers uit hetzelfde dorp, ontvingen onlangs vanwege hun, volgens het college van B en W, ’tomeloze inzet’ voor allerlei vrijwilligersactiviteiten in hun dorp de Waarderingspenning van de gemeente Venray. 

Lange tijd hadden ze niets in de gaten. Ja, er kwamen allerlei familieleden binnenlopen in het gemeenschapshuis. En ook burgemeester Michiel Uitdehaag meldde zich bij de dorpsdagvoorziening. “Maar ik dacht dat die gewoon kwam kijken”, zegt Els. Pas toen de burgervader de zussen naar voren riep, viel het kwartje. “Maar eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat wij die penning zouden krijgen”, vertelt Petra. “Ja, ik had er weleens over gelezen. Maar toen mijn naam werd genoemd, kreeg ik gewoon klotsende oksels. Net als mijn zus hou ik helemaal niet van al die aandacht. Wij doen ons werk liever op de achtergrond. Gewoon omdat we het leuk en waardevol vinden en we graag onder de mensen komen. Els grijnst: “Als we dat hadden geweten, waren we misschien wel niet gekomen.”

Maar de bescheiden zussen verdienen die waardering wel, vonden B en W. En vinden vele inwoners van Blitterswijck nog steeds. Want de twee zijn van die stille, maar onmisbare krachten die het cement in de lokale samenleving vormen. Beiden zijn al sinds 2008 actief in het plaatselijke vrijwilligerswerk. Wekelijks zetten ze zich in als begeleidster bij de dorpsdagvoorziening, het werelddanssen en de kaartmiddag en nemen ze deel aan KBO-activiteiten, zoals kienen, sjoelen, jeu de boules, lezingen en kaartmiddagen.  Petra was daarnaast ook nog jarenlang begeleidster bij De Zonnebloem en is al meer dan dertig jaar lid van de biljartclub, terwijl Els nog altijd trouw op pad gaat met de plaatselijke groenploeg. Ze zitten bepaald nog niet achter de geraniums. “Zolang onze gezondheid het toelaat, blijven we ons vrijwilligerswerk met alle plezier doen”, vertelt Els. Petra knikt. “Als we andere mensen met ons vrijwilligerswerk blij kunnen maken, dan zijn wij dat ook. We doen het niet voor onszelf… Maak je er een klein stukje van?”

Foto: Els Hofmans (links), burgemeester Michiel Uitdehaag en Petra Hofmans
Foto: Hoedemaekers Venray

Geplaatst in Nieuws, Uit De Schakel | Reacties uitgeschakeld voor ‘We zijn gewend mensen te helpen’

‘Dansen belangrijk om fit van lijf en geest te blijven’

Ze groeide op in een muzikale familie. Ans Versteegen (76) is een van de zeven telgen van de familie Versteegen in Oirlo, waar vader Frans en moeder Mina een kleine boerderij runden. “Mijn vader speelde accordeon en mondharmonica. Op zondag gingen bij ons  in de woonkeuken alle stoelen en de tafel aan de kant om te dansen. Als kind danste ik met mijn voetjes op de schoenen van mijn vader mee. Dan zwierden we samen door de keuken. Zo is de liefde voor het dansen begonnen.”

Haar gedachten gaan terug in de tijd. “Mijn grootvader Hannes runde in die jaren een boerderij en grootmoeder een café aan de weg tussen Castenray en Oirlo. Ook hij speelde accordeon.” Met een lach: “Ja, dat muzikale zit dus wel een beetje in mijn genen. Mijn moeder zong ook altijd verhalende liedjes van dertig coupletten. Prachtig.”
Als meisje speelde Ans blokfluit (‘geleerd bij de nonnen’), maar ze droomde van een ander instrument. “Een gitaar. En die kreeg ik ook op sinterklaasavond. Ik kon mijn geluk niet op. Ondanks dat we het niet breed hadden, gunden mijn vader en moeder mij die gitaar die ze kochten bij Mooren in Horst. Een aantal jaren heb ik gitaarles gehad, de gitaarleraar kwam op de scooter van Venray naar Oirlo gereden. Op de gitaar spelen en zingen, zo leefde ik als kind heerlijk in mijn eigen droomwereld.” Maar in de jaren die volgden, kreeg ze een andere droom: “Ik wilde balletdanseres worden. Ik herinner me nog goed dat ik voor de zwart-wit-tv zat om naar ballet te kijken. Dat vond ik geweldig, zo sierlijk met die armen in de lucht, pirouettes maken. Dat maakte grote indruk op mij als meisje, zo wilde ik ook op het podium dansen en stralen!”

Maar ze kwam terecht in een andere tak van de danssport. Deels wellicht door haar grootmoeder, die de traditionele klederdracht nog droeg als ze zondags naar de kerk ging. Ze kreeg interesse in folkloredansen en ging in Reuver Israëlische danslessen volgen. “Ik was 18 jaar en ging één keer in de maand met de trein naar Reuver om een hele zondag die authentieke kringdansen te leren. Die zijn één groot belevingsmoment.”

Haar interesse voor het land was gewekt. Zo zelfs dat ze samen met haar toenmalige echtgenoot en haar zus Elly (‘na een bezoek aan de Vakantiebeurs’) met haar man besloot om in een kibboets te gaan werken. “Dat hebben we een halfjaar gedaan, Elly en ik in de keuken en onze mannen op een plantage voor sinaasappelen. We wilden graag kennismaken met die cultuur. We woonden samen in een eigen woning, leefden midden tussen de lokale bevolking. Als je daar een feest hebt, een bruiloft of een verjaardag, is dat altijd groots. Het leven vieren ze. Met eten, dans, muziek. Wij kennen dat hier niet. Dáár zijn mensen veel meer met elkaar verbonden. Mijn zus en ik hebben daar ook geleerd hoe je kosjer eten bereidt. Volgens de regels van de Joodse religie. Ik heb in die zes maanden ook nog in het kindertehuis gewerkt. Het was een ervaring om nooit te vergeten.”

Bij terugkomst kon ze weer aan de slag op de dagbesteding van Vincent van Gogh. Maar naast haar werk volgde ze jarenlang allerlei dansopleidingen. Ze was in 1983 ook een van de oprichters van de folkloregroep De Hakkespits in Venray. “Om de oude streekdracht, dansen, sierraden en muziek van Noord-Limburg te laten herleven en te bewaren voor het nageslacht.” Voor die vereniging zette ze zich jarenlang, tot de opheffing in maart 2014, met hart en ziel in. “Omdat iedereen moet zien hoe mooi en rijk die levende folklore is, maar vooral ook om het vast te leggen voor als ze er niet meer is. Dat is gelukkig wel gebeurd. In het archief van het Venrays Museum is die traditie, met dank aan De Hakkespits, terug te vinden. Ook heb ik jarenlang lesgegeven bij volksdansvereniging Opanka, samen met Gerrie Penris, en bij dansvereniging Amusement was ik jarenlang bestuurslid.” Ook op hogere leeftijd bleef ze opleidingen volgen. In Tilburg en Utrecht bijvoorbeeld. “Ik heb zelfs een cursus cognitieve fitness gedaan”, grijnst de kwieke Venrayse. “Het is als lerares goed om zelf ook leerling te blijven en je te blijven ontwikkelen. Van andere mensen en van dansen uit andere landen kun je weer nieuwe dingen leren. Ik heb bijvoorbeeld ook veel opgestoken van het gezelschapsdansen in Duitsland. En in Amsterdam heb ik het countrydansen geleerd. Die lessen geef ik nu nog.”
Ans verzorgt anno 2024 acht uur dansles aan senioren, in het kader van het Meer Bewegen voor Ouderen-programma, in de gemeenschapshuizen van Blitterswijck (folklore- en gezelschapsdans) en Overloon (countrydans) en in wijkcentrum Den Hoender (gezelschaps- en countrydans) in Venray. “Dansen is belangrijk om fit van lijf en geest te blijven”, weet ze als geen ander. “Dans is een sociale, fysieke en cognitieve activiteit. Mensen die dansen, voelen zich meer verbonden met elkaar. En dansen is heel gezond voor ons brein.” Met een lach: “Als ik dans, geeft me dat een fantastisch gevoel.”

Foto: Ans Versteegen (rechts) dirigeert tijdens een dansles voor senioren in Blitterswijck
Foto: Han Siebers

Geplaatst in Nieuws, Uit De Schakel | Reacties uitgeschakeld voor ‘Dansen belangrijk om fit van lijf en geest te blijven’

Carnaval het feest voor jong en oud

Bij De Keieschieters in Geijsteren wordt op carnavalsdinsdag in het programma traditioneel tijd gemaakt voor de senioren uit het dorp. Vanaf 11.30 uur kunnen zij jaarlijks genieten van allerlei optredens (muziek, zang, dans en ‘schèle wazel’) en soep met een broodje.

Zo ook dit jaar, waarin de plaatselijke carnavalsvereniging haar 6×11-jarig jubileum viert. De seniorenmorgen vindt plaats sinds het 5×11-jarig jubileum en is in het leven geroepen om ook de oudere inwoners van het dorp (ook niet-leden van de KBO zijn trouwens welkom) een carnavalesk programma aan te bieden. De morgen in ’t Trefpunt wordt meestal opgeluisterd door artiesten van eigen bodem, maar ook enkele artiesten uit andere dorpen zijn jaarlijks van de partij. Er worden vooral liedjes van vroeger gezongen en traditiegetrouw staat er een buuttereedner op de planken. Dit keer traden onder meer de Dansende Keikes, SOW, buuttereedner Pierre Litjens, oud-Geijsternaar Sjaak ‘van de smid’ Cuijpers uit Westerbeek en de jeugdraad met zijn winnende slager op. Ruim zeventig senioren bezochten de twaalfde editie, net als jubileumprins Rob I (Cox) en zijn gevolg. Aansluitend startte het jeugdcarnaval, want ook in Geijsteren is carnaval een feest voor jong en oud.

Foto: De stemming zat er goed in tijdens de carnavaleske seniorenmorgen in Geijsteren
Foto: Han Siebers

Geplaatst in Nieuws, Uit De Schakel | Reacties uitgeschakeld voor Carnaval het feest voor jong en oud

Column Zoete herinnering

Het is 1970. In de gang van de studentenflat is het een onvoorstelbare bende. Ik heb begrepen dat ik daar aan moest wennen en dat het kleinburgerlijk was om er een punt van te maken. Als ik thuiskom, is er leven in de gang en de keuken en in alle kamers. Alle deuren staan open. Er klinkt fantastische muziek, ergens wordt zwaar gediscussieerd en ergens anders wordt stevig gevreeën. Er hangt een vette lucht vanuit de keuken en er zit iemand luid te telefoneren. 

Ik ben weer thuis. Ik ben gelukkig. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest. De schittering van de adolescentie in een wereld van antiburgerlijkheid. In elke kamer in deze studentenflat hangen in het midden onder het plafond twee balken bevestigd. De balken zijn op alle kamers in gebruik als bergruimte, als kapstok of als anker voor een scheidingsgordijn, kralenkettingen of batiklappen. Ik houd van netjes. Geen gordijn of zooi. Maar aan de zijkant heb ik grote vellen wit papier geprikt met een tekst. Deze jong volwassene wil een statement maken. De wereld zal weten waar hij staat. Met grote dikke letters:

‘Altijd gaat de zon weer op, elke dag is mijn liefde nieuw’

Ik heb de tekst niet zelf bedacht. Het is een citaat uit een boek van Nikos Kazantzakis, ‘Christus wordt weer gekruisigd’. Dacht ik… Nikos moet wel een linkse schrijver zijn geweest, anders had ik het niet gedurfd om hem te citeren. En mijn medestudenten zijn tevreden over mijn statement. Ik heb mijzelf gepositioneerd als een romantische antiburgerlijke filosoof. Mooi kerel!

Vele huisjes, boompjes en beestjes later. De elektronische handtekening werd uitgevonden. Met een restje antiburgerlijkheid uit een ver verleden maakte ik mijn vaste onderschrift in mijn e-mail berichten: ‘Altijd gaat de zon weer op…’

Iemand vraagt me waar ik die tekst heb gevonden. “Nikos Kazantzakis”, zeg ik nonchalant. Nooit van gehoord? In een van zijn wereldberoemde romans…! Ik besluit zelf nog eens te zoeken. Ik kan niets vinden. Zelfs in een digitale versie van het boek: geen enkele van de zoekwoorden brengt me bij de twee regels van mijn studentenkamer. Zou de tekst helemaal niet bestaan?

Ik begin langzaam te wennen aan de mogelijkheid dat ik de tekst zelf heb verzonnen. Glimlachend begin ik te fantaseren dat meneer Kazantzakis helemaal niks heeft bedacht. Zou ik op die studentenflat een dichter kunnen zijn geweest? En zou ik toen niet kunnen geloven dat ik dat was, en zou ik daarom een bron hebben verzonnen die niet bestaat? Mogelijk.

Onlangs heb ik het de intelligente robot (ChatGPT) gevraagd. Het antwoord:
‘Dat is een prachtig citaat! Helaas kan ik niet met zekerheid zeggen wie de auteur is van deze specifieke zin, omdat er veel verschillende bronnen en variaties van citaten zijn.  Als je geïnteresseerd bent, kan ik je allerlei inspirerende en romantische citaten voorleggen die je zullen laten stralen, net als de zon’. 

Veel clichés! Nee, mijn conclusie is dat ik in mijn jonge jaren een romantische dichter was. Een zoete herinnering zal het blijven.

Jan-Hein de Wit

Geplaatst in Nieuws, Uit De Schakel | Reacties uitgeschakeld voor Column Zoete herinnering

Pronkstukken optocht Rooj in de maak

Een dikke veertig wagenbouwers (waarvan bijna de helft senioren) zijn sinds september in de weer om twee prinsenwagens voor de Venrayse carnavalsoptocht te bouwen. 

De prinsenwagens van de Venrayse vastelaovesverenigingen De Piëlhaas en D’n Hazekeutel staan broederlijk langs elkaar in de grote loods: Links die van D’n Hazekeutel, rechts het Piëlhaas-pronkstuk.

Over twee weken krijgt vastelaovendvierend Venray ze te zien. Weinigen hebben weet van de arbeid die hieraan voorafgaat. In het voorjaar worden de ont-werpen besproken. De tekenaars schetsen vervolgens het idee op schaal. Ze moeten zich houden aan de maten die de vastelaovesvereniging voorschrijft, wil de optocht niet vastlopen in de smalle straten. De techneuten rekenen uit hoe zwaar en solide het bouw-werk moet zijn. Tenslotte moeten prins Rob d’n 2de, Raad van elf en dansmariekes erop kunnen swingen.

Elke week staan de bouwers in de hal. De een last, de ander maakt een houten raamwerk, een ploeg doet het papier-machéwerk, de verfgroep schildert alle poppen en zichtbare delen. Dan nog een laklaag erover, wat toefjes erbij en dan moet het af zijn. 

Foto en tekst Jaques Penris

Geplaatst in Nieuws, Uit De Schakel | Reacties uitgeschakeld voor Pronkstukken optocht Rooj in de maak